Laatste update: 09/03/2017

Faire diagnostiek van schoolse vaardigheden

TIPS
 
Voor diagnostische onderzoek van taal, (voorbereidende) rekenvaardigheden, .... 
•    Vermijd en/of maak een inschatting van de storende factoren tijdens de meting (bv. onbegrip van de instructies). Hou hier mee rekening bij de keuze van het onderzoeks-instrument (zie bijlage ‘Schoolse kennis Rekenen’ en ‘Taalvaardigheid’) en bij de wijze waarop het gebruikt wordt (Zie Toetsstenen Faire Diagnostiek p 38-39).
•    Hou bij de interpretatie van testresultaten rekening met  beïnvloedende factoren: bv. het taalgebruik thuis, of er thuis al dan niet veel geoefend wordt, of het kind al dan niet regelmatig naar de kleuterschool is geweest…
•    Kies bij kansarme/allochtone leerlingen als eerste te toetsen hypothese dat het niet gaat om een leerstoornis maar om een ‘normale reactie op een abnormale stituatie’, bv. onvoldoende kansen gekregen om de (Nederlandse) taal te verwerven. Uiteraard heeft dat ook zijn invloed op de aanpak van het probleem. Kansarme en/of allochtone leerlingen kunnen uiteraard naast de gevolgen van kansarmoede ook een leerstoornis hebben.

Onderzoek van ‘taal’ (Nederlands)
•    Onderzoek vooral hoe het gesteld is met de taalvaardigheid, m.a.w. het kunnen ‘gebruiken’ van het Nederlands (mondeling begrijpen, zich uit mondeling uitdrukken (spreken), begrijpend lezen en zich schriftelijk kunnen uitdrukken (schrijven). Dit zijn nl. de vaardigheden die van zeer groot belang voor het meekunnen op school. Daarnaast – maar slechts in tweede instantie – kan ook gekeken worden naar technische aspecten zoals spelling, technisch lezen, articulatie, grammaticale taalcorrectheid…
 
 
AANPAK

•    Bij de aanpak rekening houden met de beïnvloedende factoren (i.c. kansarmoede of anderstaligheid). Nagaan wat de noden van de leerling zijn.
•    Kansarme en allochtone leerlingen hebben vrijwel altijd nood aan meer en beter ‘taalvaardigheidsonderwijs’, d.i. onderwijs waardoor het schooltaal-begrip en -gebruik wordt bevorderd. Zie www.ceteno.be voor meer informatie.
•    Bekijk het GOK-plan van de school.
•    Nederlands als instructietaal (NIT):
o    Taal doen leren tijdens andere vakken
o    Zorg dragen voor een duidelijke forumulering/vraagstelling
•    Mogelijkheden m.b.t. buitenschoolse ondersteuning (spreek je contactpersoon Kansenbevordering/GOK/kansarmoede aan voor meer info over het aanbod in de regio):
o    Huiswerkklassen; naschoolse begeleiding
o    Speelotheken
o    Studenttutoring
o    Rode Kruis-project ‘brugfiguren’
o    Kinderwerking, Jeugdwerking, Jeugdbeweging, Bibliotheekbezoek…
o    Brede School-projecten
o    Projecten Flankerend Onderwijs
o    Ouders betrekken bij het onderwijs (vertelmoeders)
•    Via moedergroepen, oudergroepen kansarme ouders ondersteuning geven i.v.m. hun schoolondersteunend gedrag thuis.
•    Een goed doordacht ‘huistaakbeleid’ op school, rekening houdend met wat haalbaar is bij kansarme gezinnen.
•    In principe zou zo veel mogelijk binnen de klas moeten gebeuren!
•    Dubbelen,  bv. van de 3e kleuterklas, is vaak minder aangewezen dan een gedifferentieerde aanpak (afstemmingszorg) in het lager onderwijs.
•    Ondersteun als CLBer de leerkracht zowel emotioneel als ‘technisch’ bij de opvang van kansarme leerlingen.

ONDERZOEKSMIDDELEN

•    Maak zo veel mogelijk gebruik van een kritische analyse van bestaande gegevens m.b.t. de schoolse vaardigheden (schoolresultaten, LVS,…). Hou daarbij rekening met mogelijke storende factoren (bv. onvoldoende taalbegrip bij vraagstukken). Zie Toetsstenen Faire Diagnostiek p 40: ‘Schoolrapportanalyse’.
•    Rekenen: zie bijlage ‘Schoolse kennis Rekenen’
•    Taal: zie bijlage ‘Taalvaardigheid’
•    Zie www.steunpuntgok.be voor meer info omtrent de schoolse aanpak van kansarme leerlingen.
•    Zie ook de ‘Provinciale Materialenbanken’ voor didactisch materiaal en achtergrondinformatie.

MEER INFORMATIE:

Zie Toetsstenen Faire Diagnostiek p 40-41 en p 46 (4e en 5e bolletje)