Laatste update: 09/03/2017

Faire diagnostiek van gedrag en socio-emotioneel functioneren

TIPS

•    Storende factoren tijdens de meting vermijden en/of inschatten, bv. onvoldoende begrip van de vragen uit de vragenlijst (zie Toetsstenen Faire Diagnostiek p 38-39). De invloed van storende factoren kan vermeden of verminderd worden door een goede keuze van het onderzoeksinstrument en door een adequate afname. 
•    Bij gebruik gebruik en interpretatie van vragenlijsten en observatielijsten rekening houden met het feit dat ze vanuit een westers middenklassewaardensysteem zijn opgesteld. Wat wij aanzien als gangbaar gedrag, wordt soms zo niet bekeken door mensen uit andere (sub-) culturen. Ook reflectie over gevoelens, expliciteren van gevoelens, … komt zeker niet op dezelfde manier aan bod wanneer het gezin opgegroeid is in een WIJ cultuur bijvoorbeeld. De onderzoeker dient goed na te gaan of de onderzoeksmiddelen die hij hanteert wel voldoende validiteit vertonen om te gebruiken voor de doelgroep. Kan de uitslag van de  kansarme of allochtone leerling wel vergeleken worden met de normgroep ?
•    Bij gedragsmoeilijkheden bij kansarme/allochtone leerlingen eerst nagaan of dit geen aanpassingsfenomeen betreft. Het kan voor een kind of jongere een hele opgave zijn om zich met het eigen verleden en de eigen beleving in te voegen in het klas- en schoolklimaat. Sommige kinderen krijgen vanuit de opvoedingsomgeving minder structuur aangereikt. Ze leren niet zo goed aan om het eigen gedrag, de eigen impulsen en concentratie te beheersen.
•   Wanneer leerkrachten en observatoren dit druk gedrag observeren, kunnen ze soms verkeerdelijk denken dat het gaat om een ADHD problematiek. Als de leerkracht de klas voor het kind adequater organiseert (minder afleiding, gebruik van stemintonatie om structuur te brengen in de instructie,…) kan er sterke vooruitgang geboekt worden. Wanneer een leerling al na enkele weken (blijvend) positief reageert op de structurering vanuit de school, was er sprake van een aanpassingsprobleem. 
•    Ook de hypothese ASS als verklaring voor sommige gedragingen van kansarme kinderen kan soms te snel geformuleerd worden. We gaan er beter eerst vanuit dat het gedrag van  kansarme kinderen een  reactie kan zijn op de kansarme omgeving of op de confrontatie met de nieuwe schoolomgeving die bedreigend kan overkomen (gepest worden door leeftijdsgenoten bijvoorbeeld).


ONDERZOEKSMIDDELEN

•    Methodieken om een bepaald gedrag in kaart te brengen, o.m.:
Voor een eerste screening, binnen de context van CLB-werk, is bv. de SDQ (Strength and Difficulties Questionnaire) aan te bevelen. De CBCL (Achenbach-instrumentarium) is meer bedoeld voor gebruik bij vermoeden van ernstige gedragsproblemen of een psychiatrische stoornis. Aan het gebruiken van deze instrumenten voor onze doelgroep zijn een aantal voorwaarden verbonden (zie Toetsstenen Faire Diagnostiek p 36).
 
Voor een overzicht zie www.prodiagnostiek.be (via materialendatatbank: diagnostische fiche - Protocol Gedrag &n Emotie) en website CAPvzw (betalende login)
 
•    Psycho educatief materiaal
o    ‘D.R.U.K. of A.D.H.D.? Een educatief pakket rond ADHD voor allochtone ouders’, Romina Cuadros Perez en Mattias Bouckaert, Espero vzw ism de Koning Boudewijnstichting, 2008.
 
•    Achtergrondliteratuur
o    Scriptie: ‘Nederlandse intelligentie- en persoonlijkheidstesten in intercultureel perspectief’, N. Fanchamps, Univ. Utrecht.

AANPAK

•    Bij de aanpak rekening houden met alle beïnvloedende factoren! Nagaan wat de onderwijsbehoeften van de leerling zijn.
•     Op een aantal gezins- en omgevingsfactoren kunnen de betrokken leerkracht en CLB begeleider weinig invloed uitoefenen. Maar in de onderwijsomgeving kunnen wel veranderingen worden aangebracht om een betere concentratie, werkhouding, motivatie, … te bekomen. Met kleine veranderingen kunnen soms grote effecten bereikt worden. Als het kind opnieuw succes mag ervaren en aanmoediging dan kan de leermoeheid en een te laag zelfbeeld doorbroken worden.
•    Net als voor de pedagogisch begeleider is het ook voor de CLB begeleider nodig om veel aandacht te hebben voor de ondersteuning van de leerkrachten die in de klaspraktijk voortdurend moeten inspelen op veel leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Luisterend oor, samen zoeken naar een alternatieve aanpak, consultatief werken, …  

MEER INFORMATIE

Zie ‘Toetsstenen Faire Diagnostiek’ p 36, p 42 en p 47.