Laatste update: 01/05/2012

Leesmoeite

Hoe herken je leesmoeilijkheden?

Alle begin is moeilijk. Beginnende lezertjes maken fouten en het ene kind leert wat sneller dan het andere. Sommige kinderen vallen op door:

  • veel trager te lezen of juist heel snel te lezen met veel fouten 
  • woorden of letters weg te laten, toe te voegen, of andere letters te lezen dan dat er staan 
  • langer 'spellend' lezen 
  • woord per woord of haperend te lezen 
  • een vaker goed gelezen woord plots fout te lezen of niet meer te herkennen 
  • korte woordjes fout te lezen of te herhalen 
  • lang moeite te hebben met sommige lettercombinaties (koorts, wesp, straat) 
  • dezelfde woorden afwisselend juist en fout te schrijven 
  • erg veel moeite te hebben met de juiste schrijfwijze 
Vaak hadden deze beginnende lezertjes in de kleuterklas moeite met het benoemen van kleuren en het onthouden van de dagen van de week. Rijmwoordjes maken vinden ze niet leuk en lastig, terwijl hun leeftijdsgenootjes dat wel leuk vinden. Op het juiste woord komen lukt vaak niet. 
Wat doe je eraan?

'Oefening baart kunst.'

Ook bij lezen. Als oefenen veel spanning veroorzaakt dan gaat dat uiteraard niet vlotten. Als lezen moeilijk valt, dan is oefenen een karwei. Spanning daarbovenop werkt averechts. Zorg dus voor een rustige en aangename sfeer. De volgende tips helpen al een heel eind:

  • maak tijd om samen te lezen 
  • zit gezellig naast het lezertje terwijl het luidop leest 
  • laat het kind het boek of de tekst kiezen 
  • blijf aanmoedigen en waardering tonen, ook al gaat het moeilijk 
  • blijf geduldig en erger je niet aan fouten, blijf rustig 
  • laat een moeizame leesbeurt de rest van de dag niet beïnvloeden 
  • probeer samen te plannen wanneer jullie oefenen (systematisch) 
  • vaak kort oefenen (kwartiertje) is beter dan af en toe lang 
  • keer de rollen soms eens om en lees voor op het tempo van het kind zodat het kan volgen in de tekst 
  • heb aandacht voor wat al goed gaat en niet alleen voor de fouten

Spreek af met de leerkracht.

De leerkracht staat dagelijks voor de klas en kan zich een goed beeld vormen van zijn leerlingen. Hij kan tips geven over wat en hoe je thuis best oefent en weet wat je kind aankan en wat er nog hapert. Hij kan je ook tips geven om om te gaan met fouten. Hoe je op fouten wijst bijvoorbeeld.
Maak je je zorgen dan kan je uiteraard bij je CLB terecht met je vragen.