Laatste update: 02/02/2016

Kunnen de toetsen gebruikt worden in het buitengewoon onderwijs (speciaal onderwijs)?

De LVS-toetsen zijn opgebouwd volgens de leerplannen. In zoverre ook BLO-scholen die leerplannen volgen, is het zinvol om de LVS-toetsen af te nemen. Zeker op het einde van het schooljaar kan dit interessant zijn, omdat dit de mogelijkheid biedt om BLO-leerlingen exact te vergelijken met het peil van het gewoon lager onderwijs.

Indien men LVS-toetsen wil gebruiken in een BLO-situatie, moet men vooraf controleren of de inhoud van de toetsen overeenstemt met de leerstof die werd aangebracht. Voor de leestoetsen is dit minder een probleem, maar voor de spelling- en wiskundetoetsen is deze controle vooraf noodzakelijk. Misschien kan een LVS-toets einde 2e leerjaar voor type 1 leerlingen pas worden afgenomen na hun 4e of 5e jaar.

In de loop van het schooljaar worden BLO-leerlingen best geëvalueerd en gevolgd met niet genormeerde leerstoftoetsen die inhoudelijk 'op maat' zijn opgesteld. Dit laat toe om heel precies te weten welke leerinhouden ze wel en nog niet beheersen.

Op het einde van het schooljaar is het dan wel interessant om genormeerde LVS-toetsen in te schakelen voor BLO-leerlingen. Op die wijze is het mogelijk om hun leerpeil te vergelijken met wat in het gewoon lager onderwijs bereikt wordt .(Paul Dudal)

Ook bij het opstellen van het inschrijvingsprotocol, bij de schoolloopbaanbegeleiding en bij een eventuele overstap naar het gewone onderwijs kunnen de LVS-toetsen een rol spelen. (Luk van Dooren)


Mogen de toetsen gebruikt worden door logopedisten, buitenschoolse therapeuten en CLB-medewerkers? (9/1/2002)

De LVS-toetsen van spelling, technisch lezen en wiskunde zijn bedoeld voor gebruik in en door de scholen. Schoolteams beschikken zo over objectieve en genormeerde schoolse meetinstrumenten die hen in staat stellen om alle leerlingen systematisch en periodiek te evalueren en om hen te volgen over een lange onderwijsperiode. Dit betekent dat leerlingen met leerproblemen regelmatig worden gesignaleerd en dat de grootte van de achterstand wordt vastgesteld. Via analyse van de antwoordbladen kunnen de scholen ook reeds een eerste inhoudelijke omschrijving geven van de gemaakte fouten.

Wanneer een kind bij een privé-therapeut wordt aangemeld voor bijkomende leerhulp, dan lijkt het aangewezen dat er (met toestemming van de ouders) contact wordt gezocht met de school en dat men navraag doet naar gegevens over de leerling die relevant zijn voor de geplande behandeling. Op dat ogenblik is het interessant dat de externe therapeut informatie krijgt over o.a. de LVS-resultaten van het bewuste kind (zowel over het gescoorde niveau als over de meest gemaakte fouten). Dit laat toe om vrij vlug op een gerichte manier het gesitueerde probleem verder te ontrafelen en om zonder veel tijdverlies te starten met de behandeling op het juiste beginniveau. De periodieke LVS-toetsen van de school kunnen de behandelende therapeut op een later tijdstip ook op de hoogte houden van de gemaakte vorderingen van de leerling die wordt bijgewerkt.

Het is dus interessant dat externe hulpverleners vertrouwd zijn met een LVS zoals dit van VCLB dat regelmatig gebruikt wordt in vele scholen. Het lijkt een duidelijk voordeel als zij de LVS-toetsen kennen en als ze op de hoogte zijn van de manier waarop deze toetsen zijn opgebouwd en genormeerd en hoe ze worden verwerkt en geïnterpreteerd. Dergelijke kennis verschaft hen een inhoudelijke achtergrond die noodzakelijk lijkt voor een goede samenspraak met de school over de leerproblemen van het kind. We raden echter af dat externe therapeuten gebruik maken van de LVS-toetsen voor het eigen onderzoek van de aangemelde kinderen. LVS-toetsen zijn bedoeld voor gebruik in de scholen. Wanneer ook andere instanties (zoals revalidatiecentra, privé-therapeuten, CLB's, … ) deze genormeerde toetsen afnemen, dan krijgen we heel vlug slijtageverschijnselen.

Het is ook niet wenselijk dat kinderen dezelfde LVS toetsen maken bij verschillende onderzoekers. We pleiten dus voor een correcte houding bij logopedisten en andere hulpverleners om de LVS-toetsen niet te gebruiken als eigen onderzoeksinstrumenten. Er bestaan voldoende Vlaams genormeerde toetsen buiten het LVS-aanbod waarop logopedisten, revalidatiecentra en CLB's een beroep kunnen doen. Zo worden in een aantal Vlaamse hogescholen (o.a. Antwerpen, Brugge, Gent) in de richting logopedie regelmatig nieuwe toetsen opgesteld en genormeerd die bedoeld zijn voor gebruik door logopedisten.

Mutatis mutandis geldt het bovenstaande ook voor onderzoek op het CLB.