In hoeverre kunnen de uitslagen op LVS-toetsen gebruikt worden voor de schoolrapporten?

• LVS-toetsen staan in functie van analyse en handelen, eerder dan dat ze een zeer nauwkeurige meting van vaardigheden nastreven.
• LVS-resultaten zijn van een andere orde dan de andere punten op het rapport: vergelijking met ruime Vlaamse normgroep (niét met de eigen klasgroep), methodevrij, lange-termijn meting van ruimere leerstofgehelen (i.p.v. korte-termijn meting van specifieke delen van de leerstof), andere waarderingsschaal (normaliter zit 50 % ONDER het gemiddelde, wat voor rapportpunten zelden voorkomt), standaardisatie in afname en correctie, geen specifieke voorbereiding en inoefening van de toetsen, enz.

• paniekreacties bij ouders (omwille van strengere waarderingsschaal),
• en van daaruit ook enige druk bij leraars om goede LVS-resultaten te forceren, bv. via het inoefenen van specifieke opgaven.

• Waarschijnlijk blijft de meest voorkomende werkwijze de beste, namelijk het gebruik van de resultaten voor individuele oudercontacten. Ze kunnen dan toegelicht worden en er kan onmiddellijk aan vastgekoppeld worden hoe men met tegenvallende resultaten zal omgaan (bv. taakklas).

• In de Algemene handleiding van het LVS-VCLB worden onder de hoofding 'De maximale aanpak' (p. 82-83?) een paar voorbeelden beschreven om LVS-informatie aan alle ouders door te spelen. Onder (1) gaat het om het bijkomend vermelden van de LVS-gegevens. Onder (2) gaat het om een omzetting van de LVS-scores in rapportscores.
• Een voorstel van Paul Dudal (eveneens omzetting in rapportscores):

Regelmatig wordt door leraars de vraag gesteld hoe men LVS-resultaten (percentielen en zones) kan omzetten in
rapportcijfers. Hierbij denken ze dan meestal aan de courant gebruikte puntenschaal van 10
tot 0. In het onderstaande voorstel geven we een voorbeeld hoe dit kan. De omzetting steunt op de
waardering die we toekennen aan de grootte van percentieluitslagen. Hoge percentielen
(bijv. 99 tot 75) worden beschouwd als knappe toetsprestaties. Lage percentielen (bijv. 15
tot 0) wijzen op een zwak peil. We geven drie varianten van omzetting van percentielen naar rapportcijfers.
Mogelijkheid A is strenger dan mogelijkheid B, terwijl mogelijkheid C de meest milde beoordeling geeft.

Rapport cijfers op 10	Omzetting A Percentielen	Omzetting B Percentielen	Omzetting C Percentielen
10 9 8 7 6 5 4 3	99-93 90-85 80-70 65-45 40-25 20-10 7-3 1-0	99-90 85-75 70-60 55-40 35-20 15-7 5-1 0	99-80 75-70 65-55 50-35 30-15 10-5 3-1 0

 

Het schoolteam beslist zelf welke omzetting (de strenge A-variant of de milde C-variant of de tussen-variant B) het beste lijkt. Scholen in een achterstandsituatie (bv. met veel allochtone leerlingen) zullen vlugger geneigd zijn om keuze C te nemen. Scholen die voor zichzelf strenge cognitieve eisen stellen, zullen eerder kiezen voor systeem A. Er is wel een voorwaarde.

Indien de school kiest voor omzetting A (of B of C), dan moet zij ditzelfde systeem gebruiken voor alle toetsen en voor alle leerjaren. De waarde van de omzetting naar rapportcijfers steunt dus op de uniformiteit die men als school hanteert voor alle toetsen. De oorspronkelijke keuze (A of B of C) is vrij, maar éénmaal de keuze gemaakt, moet ieder lid van het schoolteam de afspraak consequent respecteren.

 

Deze omzetting naar vertrouwde rapportcijfers maakt LVS-resultaten begrijpbaar voor ouders. Pogingen om oorspronkelijke percentieluitslagen mee te delen via het rapport leiden meestal tot misverstanden. 

• Wanneer men zich afvraagt of men de LVS-gegevens zal omzetten (om tijd te winnen) dan wel bijkomend toevoegen, dan moet men er rekening mee houden dat het vergelijken van resultaten op de LVS-toetsen met die op de schooltoetsen, soms ook 'interessant' kan zijn om problemen op het spoor te komen… Het gaat dus niet altijd zonder meer om 'dubbel werk'….
• In ieder geval is het uitgesloten dat de gemaakte LVS-toetsen mee naar huis gegeven worden ter inzage van de ouders. Daardoor kan de objectiviteit bij volgende afnamen ernstig in het gedrang komen, bv. wanneer bepaalde kinderen vooraf kunnen oefenen.