Laatste update: 14/03/2012

Waarom worden losse woorden gelezen en geen teksten? (20/08/01)

De LVS-leestoetsen bestaan uit individueel af te nemen leeskaarten met telkens 90 losse woorden en met een tijdslimiet van 1 minuut 30 seconden. Alle leerlingen moeten in die beperkte tijdsduur zoveel mogelijk van de aangeboden woorden hardop lezen.

Deze toetsvorm laat toe om de techniek van het verklanken van woorden, die gezien wordt als de hoeksteen van het lezen, op een zuivere manier te meten. Vanuit diezelfde optiek wordt trouwens aangeraden om personen met mogelijke dyslexie te testen via het laten lezen van losse woorden. Dat is de meest rechtstreekse wijze om de automatisatiegraad van het verklanken bij het lezen te bepalen.

Indien men alle leerlingen van een klas gedurende 1 minuut 30 seconden woorden laat lezen van een aangepast moeilijkheidsniveau, dan heeft men met één lesuur ruim voldoende tijd om een goed beeld te krijgen van de leesvaardigheid van de hele klasgroep. Aan de enkele leerlingen die een laag percentiel scoren op de leeskaart of die te veel fouten lezen, kan men achteraf een bijkomende toets aanbieden. We denken dan aan de AVI-leeskaarten of aan de leesteksten die worden aangeboden in het LVS-volume 'Lezen: Analyse en handelen'.

Onze LVS-leestoetsen zijn slechts uitgewerkt tot en met het derde leerjaar. Op het einde van het derde leerjaar kunnen de meeste leerlingen technisch vlot lezen en is het overbodig om alle leerlingen van de klas verder te testen voor deze verworven vaardigheid. Een bijkomende en belangrijke reden is dat in de hogere leerjaren het resultaat op dergelijke leestests (zoveel mogelijk woorden lezen in een vaste tijd) veelal samenhangt met persoonlijkheidsfactoren. Leerlingen die perfect maar heel rustig lezen, scoren dan ten onrechte beduidend lager dan zeer haastige lezers die door de woorden heen razen.

Een laatste reden om in de LVS-reeks geen leesteksten op te nemen, is dat we het toetsengeheel, zoals dit bedoeld is voor de volledige klasgroep, overzichtelijk en beperkt willen houden in tijd. (Paul Dudal)