Laatste update: 18/02/2019
School en CLB
Een leerling staat uiteraard nooit los van zijn context en daar speelt de school een prominente rol in. Het is verkeerd te denken dat leerlingenbegeleiding enkel de taak van het CLB zou zijn. Het tegendeel is waar: leerlingenbegeleiding is de taak van school en CLB samen. De school neemt de interne begeleiding op zich. Sinds de invoering van het decreet op de leerlingenbegeleiding (1/9/2018) is het voeren van een beleid inzake leerlingenbegeleiding trouwens een erkenningsvoorwaarde voor scholen.
Aanvullend op de school staat het CLB in voor multidisciplinaire leerlingenbegeleiding.
Het uitgangspunt is dat de meest nabije opvoeder de meest geschikte persoon is om een actie uit te voeren of een probleem aan te pakken als dat kan leiden tot een toereikend resultaat.
Uiteraard is het CLB ook rechtstreeks bereikbaar voor leerlingen en hun ouders.
CLB vult de school aan
Het zwaartepunt zal eerder bij de CLB’er liggen indien een grotere of specifieke deskundigheid vereist is. Dat hoeft niet noodzakelijk in de vorm van directe leerlingenbegeleiding: het kan best dat de CLB-begeleider een leerkracht coacht doorheen het probleemoplossingsproces. De CLB’s staan in voor de opvang van leerlingen met specifiekere problemen. Ze zijn daarvoor ideaal geplaatst: ze kennen het onderwijs en de concrete scholen, wat een geïntegreerde aanpak van leerlingen vergemakkelijkt.
Een centrum voor leerlingenbegeleiding werkt dus ‘subsidiair’ aan de school: het ontwikkelt deskundigheden complementair aan die van interne leerlingenbegeleiders van de scholen.
Met een multidisciplinair team
Die deskundigheid bouwt een CLB multidisciplinair op. Gezien de ruime invulling van leerlingenbegeleiding kan dat ook niet anders. Vanuit verschillende disciplines naar vragen en problemen kijken is van onschatbaar belang. Een individueel personeelslid kan niet op alle begeleidingsterreinen een even diepgaande deskundigheid opbouwen, dus is het goed om terug te kunnen vallen op zijn team. Elk CLB-team is daarom multidisciplinair samengesteld uit mensen met verschillende beroepen: psychologen, verpleegkundigen, pedagogen, artsen, maatschappelijk werkers en ervaringsdeskundigen. Dat biedt de school, ouders en leerlingen een brede en omvattende aanpak.
In onderling overleg
Goede afspraken en duidelijke communicatie tussen de partners zijn doorslaggevend om de begeleiding op elkaar af te stemmen. Elke school spreekt met haar CLB af hoe het aanbod van de begeleiding eruit zal zien. School en CLB maken een samenwerkingsovereenkomst op waarin de onderlinge taakverdeling en samenwerking beschreven wordt. Op die manier speelt het CLB in op de reële en lokale noden. Het spreekt voor zich dat het CLB voorstellen kan formuleren. De geest van deze manier van werken is dat school en externe begeleiding als radertjes in elkaar passen. Let wel: het CLB moet zich houden aan enkele verplichtingen. Sommige begeleiding is verplicht en kan noch door school, noch door ouders of leerlingen geweigerd worden.
Met één visie
Het is belangrijk dat de school en het CLB samen één visie ontwikkelen op leerlingenbegeleiding. Dat bijvoorbeeld beiden erkennen dat goede begeleiding enkel kan door ook de omgeving van de jongere in het vizier te nemen. Problemen van een leerling kunnen ook verholpen worden door iets aan zijn omgeving te veranderen, door bijvoorbeeld niet enkel de aanpak van de leerkracht aan te passen, maar ook de organisatie van de school…
Maar wel onafhankelijk in het belang van de leerling
De meerwaarde van het CLB ligt in de onafhankelijke positie van een centrum. Dit garandeert de leerlingen een ‘onbevangen’ ingesteldheid. Het geeft ouders de mogelijkheid om tegenover het oordeel van de school een tweede opinie aan het CLB te vragen, bijvoorbeeld bij een leerprobleem. Het CLB garandeert een objectieve aanpak, ongeacht de mening van de school. Bovendien kan die onafhankelijke positie een vertrouwensband scheppen, een voorwaarde voor goede begeleiding. Uiteraard staat het belang van de leerling altijd centraal.