Laatste update: 23/10/2014

Types BuO (vanaf 2015-2016)

Het buitengewoon onderwijs is opgedeeld in types naargelang het soort beperking. Er zit geen rangorde in die indeling: het ene type is niet “beter” dan het andere, maar heeft gewoon een andere doelgroep. 
 
De types zijn met de invoering van het M-decreet gewijzigd. Zo zijn type 1 en 8 samengenomen en zijn de toegangscriteria voor de types gewijzigd. Er is een nieuw type bijgekomen, namelijk type 9 voor kinderen en jongeren met een stoornis binnen het autismespectrum. Meer dan vroeger zijn de types gebaseerd op basis van de aanpassingen die nodig zijn, eerder dan stoornissen.

  • Type Basisaanbod (de vroegere types 1 & 8): voor kinderen en jongeren voor wie de onderwijsbehoeften dermate zijn en voor wie aantoonbaar blijkt dat de aanpassingen ofwel disproportioneel ofwel onvoldoende zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen.
  • Type 2: voor kinderen met een verstandelijke beperking 
  • Type 3: voor kinderen met een emotionele of gedragsstoornis die niet voldoen aan de criteria van type 2
  • Type 4: voor kinderen met een motorische beperking
  • Type 5: voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis, een residentiële setting of verblijven in een preventorium
  • Type 6: voor kinderen met visuele beperkingen.
  • Type 7: voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak- en taalstoornis. 
  • Type 9: voor kinderen met een autismespectrumstoornis die niet voldoen aan de criteria voor type 2.
 
Het CLB is het best geplaatst om samen met leerling en ouders op zoek te gaan naar het type onderwijs dat aansluit bij de behoeften van de leerling.