Laatste update: 28/09/2018

De onderdelen van een contactmoment op een rij

Vroegere gezondheidsproblemen
De dokter zal je allerlei vragen stellen. Of je bijvoorbeeld aan een allergie lijdt, ongevallen hebt gehad, ziek bent geweest, of je geneesmiddelen moet innemen of regelmatig naar de dokter moet enzovoort. 

Algemene gezondheid
De verpleegkundige laat je een vragenlijst invullen over wat je eet, of je aan sport doet, of je rookt, of je alcohol drinkt en zo verder… Zo kan hij inschatten hoe je 'algemene leefwijze' is.

Inentingen
De dokter kijkt in zijn gegevens of je al inentingen hebt gehad. Hij vraagt je ook of je inentingen hebt gehad. Zo weet hij of je in orde bent en welke inentingen je nog moet krijgen. Als hij toestemming heeft van je ouders dan kan hij die inenting meteen geven. 

Lengte en gewicht
De verpleegkundige laat je op de weegschaal staan en onder een meetlat staan. Voor elke leeftijd bestaan er lijstjes met gewichten en lengtes. Zo zien we of je voor jouw leeftijd een normaal gewicht en lengte hebt. 

Tanden
Soms zal de dokter zal met een lampje in je mond kijken naar je tanden om te zien of ze gezond zijn. Hij zal je ook vragen of je je tanden dagelijks poetst.

Houding
Om te kijken of je een goede houding hebt sta je rechtop met je handen naast het lichaam. Dat doe je in je ondergoed. Zo kan de dokter heel goed zien of je schouders, bekken, benen, knieën en voeten juist staan. En of je sterke spieren hebt. Moesten die bedekt zijn met je kledij dan zou dat uiteraard niet kunnen. Je moet ook naar voren buigen om te kijken of je rug recht is.

Goed spreken
De dokter luistert aandachtig of je vlot kan praten of hapert. Dat doet hij vooral bij kleuters.

Ogen
De verpleegkundige laat je een oog bedekken om het andere te testen. Daarvoor moet jij zeggen wat je ziet op het plaatje dat tegenover je hangt (of dat de verpleegkundige vasthoudt). Daarna doe je hetzelfde met het andere oog. Als je een bril of lenzen draagt dan moet je die uiteraard meebrengen.

Kleuren
Kleuren kunnen zien is best handig. Ben je 6 of 7, dan zal de CLB-arts of de verpleegkundige nagaan of je goed kleuren kan zien. In sommige beroepen heb je dat nodig en dus is het goed om dat even na te kijken. Het betekent voor de meeste van die beroepen niet dat je die niet kan uitoefenen. Wel dat je er op moet letten.
Voor de leerkracht is het goed om weten als je kleuren minder duidelijk ziet. Bijvoorbeeld als je in een atlas iets zoekt of tijdens een sportwedstrijd de kleur van je tegenstander moet kunnen herkennen. 

Oren
Als het nodig is dan kijkt de dokter met een lampje in je oren om te zien of alles oké is.
Om te weten of je goed hoort, ga je in een apart lokaaltje zitten. Daar krijg je een hoofdtelefoon opgezet. De verpleegkundige zit buiten en laat je geluiden horen. Jij moet telkens je hand opsteken aan de kant waar je dat geluid hoort.
In het 5e leerjaar lager onderwijs en het 1e leerjaar secundair voer je ook de 'SPIN' test uit. Die test gaat na of je oren beschadigd zijn door lawaai. Bijvoorbeeld door vaak naar luide muziek te luisteren met oortjes. Die schade merk je in het begin niet op en dus is het belangrijk dat je die snel opspoort. Voorkomen is uiteraard nog veel beter!

Geslachtsorganen
De dokter gaat na of alles in orde is. Afhankelijk van je leeftijd zal hij ook nakijken of je ontwikkeling normaal verloopt. Bij de jongens voelt de dokter eventjes aan je teelballen om na te gaan of ze juist groeien. Bij de meisjes ziet hij of er beharing is rond de vagina en of de borsten groeien.