Laatste update: 31/01/2013

Resultaat taalproef: 46 kleuters niet geslaagd in Vrije CLB

De taalproef deed eerder al heel wat stof opwaaien. Nu de eerste afname achter de rug is, zetten we de resultaten op een rij...
 
Slechts 46 leerlingen slaagden niet in de taalproef. Daarvan waren er 12 anderstalige nieuwkomers. Is een veralgemeende screening dan wel de meest efficiënte manier om de doelstellingen te behalen die de taalproef beoogt? Sinds september 2010 moeten leerlingen die onvoldoende naar de kleuterklas gingen een taalproef afleggen die bepaalt of ze naar het 1e leerjaar mogen of niet. De vrije centra voor leerlingenbegeleiding maken een eerste balans op.

Zeer kleine en diverse groep… met zeer hoge slaagcijfers

n augustus begonnen scholen en centra voor leerlingenbegeleiding met de afname van de taalproef. Vandaag maken we een balans op. We namen over heel Vlaanderen 348 taalproeven af. 85% van de kindjes zijn geslaagd. Slechtst 46 kinderen slaagden niet, waaronder 12 anderstalige nieuwkomers. Achteraf beschouwd blijken minder leerlingen de taalproef afgelegd te hebben dan aanvankelijk door de overheid ingeschat werd. Vooral in de grotere steden liggen de cijfers een pak lager dan voorspeld. De Vlaamse overheid maakte op basis van de eigen cijfers de inschatting dat 1400 kinderen de taalproef zouden moeten afgelegd hebben.

Kinderen van Vlamingen die in het buitenland wonen maar wiens kinderen de thuistaal wel spreken, moeten ook de taalproef afleggen. We hebben ook taalproeven moeten afnemen van kindjes die langdurig ziek waren of revalideerden en daardoor niet naar school konden.

Effect van de maatregel

Heel wat kleuterscholen spoorden ouders aan hun kleuter voldoende naar school te brengen om een taalproef uit de weg te gaan. We kregen signalen dat in een aantal kleuterscholen de aanwezigheden in juni de hoogte ingingen. Dat juichen we uiteraard toe. Kleuteronderwijs volgen geeft de meeste kansen op lange termijn. De cijfers tonen aan dat de participatiegraad van kleuters in de derde kleuterklas vandaag al erg groot is. Een veel belangrijkere vraag is hoe we ook de jonge kleuters maximaal kunnen laten participeren. Een maatregel als de taalproef mikt enkel op de kindjes uit de derde kleuterklas, terwijl werken aan kleuterparticipatie twee jaar eerder zou moeten beginnen. De taalproef is geen goed instrument om aan kleuterparticipatie te werken.

De taalproef toont ook enkele andere effecten. Enerzijds zijn er kleuters die toch naar het eerste leerjaar gaan terwijl het voor hen beter zou zijn in het derde kleuterklasje te blijven. Anderzijds blijken er kindjes te zijn die in de kleuterklas gebleven zijn om geen taalproef te moeten afleggen, terwijl ze best wel naar het eerste konden. Voor sommige leerlingen adviseren school en CLB -taalproef of niet - sowieso een verlengd verblijf in de kleuterklas. De meeste ouders volgen dan ook het advies, dat trouwens niet bindend is. In hoeverre die de taalproef doorkruisen is vandaag niet gekend. Sommige ouders beslissen zelf dat hun kleuter best (nog) een jaartje in de derde kleuterklas zit om goed gewapend aan het eerste leerjaar te beginnen.

Er zijn signalen dat sommige ouders de taalproef wilden ontwijken en daarom kozen om hun kind te laten dubbelen in de derde kleuterklas, zonder dat we weten of ze dan al dan niet voldoende Nederlands beheersen om het eerste leerjaar te kunnen aanvangen. Wie weet blijven er op die manier kindjes die wel klaar zijn voor het eerste leerjaar in de kleuterschool.

Veralgemeende voorwaarden voor een kleine groep efficiënt?

De taalproef is bedoeld om te vermijden dat kinderen in het 1e leerjaar terechtkomen en de leerkracht niet begrijpen. De doelgroep blijkt in aantallen erg beperkt. De problematiek van zo’n kleine groep kindjes kan efficiënter en gerichter. Zou het niet beter zijn om het bij de inschrijving aan de school te laten om door te verwijzen naar het CLB als ze vermoeden dat een kind de leerkracht niet zal kunnen verstaan? En ook de kleuterjuf en het zorgteam van de kleuterschool kunnen aangeven dat er dingen zijn waaraan je samen met de ouders en het kind kan werken én waar het daadwerkelijk nood aan heeft. Je werkt dan met een getrapt systeem, waardoor kindjes niet onnodig een test moeten afleggen en school noch CLB onnodige testen moet afnemen. Een actief en proactief aanwezigheidsbeleid in combinatie met een degelijk taalbeleid lijkt ons meer aangewezen.

De naakte cijfers

344 leerlingen legden de taalproef af, 4 begonnen eraan maar brachten hem niet tot een einde. 64 van die taalproven werden afgenomen nadat het schooljaar al begonnen was. 298 leerlingen (85,63%) slaagden voor de test. 46 (13,22%) slaagden niet. Bij 4 leerlingen kon de test niet volledig afgenomen worden. (Zij konden bijgevolg niet slagen.)

Voor 63% van de kinderen is onvoldoende aanwezigheid de reden om een taalproef af te nemen. Voor de overige 37% ligt het anders. Ze verbleven bijvoorbeeld met hun ouders in het buitenland of gingen het jaar voordien naar een Frans- of anderstalige kleuterklas. 56 leerlingen (16,28%) waren anderstalige nieuwkomers.

Zowel scholen als centra voor leerlingenbegeleiding mochten de proeven afnemen. Daarover maakte elke school afspraken met het CLB waarmee ze samenwerken. Van de kindjes die de taalproef aflegden in de scholen begeleid door de Vrije CLB’s, deed 85% dat bij het CLB en 15% bij de scholen.

Periode van afname
Voor 1 september 2010: 280
September: 54
Vanaf 1 oktober tot nu: 10
Niet volledig ingevuld: 4
Totaal: 348

Resultaat
 
Reden waarom de leerling de
taaltoets moest afnemen
 
 
geen volledige afname niet geslaagd 
 
 geslaagd
 
 totaal
 
Belgen in het buitenland 0 1 29 30
Franstalige of andere niet
Nederlandstalige kleuterschool

 0 4 36 40
Onvoldoende aanwezig 
 2 29 189220
Anderstalige nieuwkomer
 2 12 42 56
Andere
 0 0 2 2
Totaal  
 4 46 298 348